Essay_ Curators_

A NEW ORDER A NEW EARTH

Dit essay werd geschreven voor de tentoonstelling A New Order A New Earth in Garage Rotterdam 2019-2020, en tijdens de voorbereidingen aan RE_NATURE

Auteurs: Imke Ruigrok & Carlota Font Castelló

Eeuwen, zo niet langer, stelde de – Westerse – mens zichzelf centraal en als superieur boven de andere soorten. De pijlers van deze denkwijze, die terug te voeren zijn tot de achttiende-eeuwse Verlichting en zelfs lange tijd daarvoor, staan nog steeds aan de basis van onze huidige samenleving. Echter de keerzijde en de uitputting van dit denken en handelen wordt nu sterker zichtbaar. Denk aan de huidige klimaaturgentie en de COVID-19 pandemie. De tijd vraagt om een verandering in visie op de mens-natuur relatie, waarmee ook ons handelen zal veranderen. 

De deelnemende kunstenaars, denkers en wetenschappers laten de wens en noodzaak zien om natuur een stem te geven en te emanciperen. In deze projecten wordt een (her)nieuw(d)e synergie tussen mens en natuur voorgesteld. We maken kennis met andere wereldvisies dan het dominante Westers wetenschappelijke paradigma. 

AANLEIDING

De belangrijkste motivatie achter RE_NATURE is om manifest te maken dat er een geleidelijke paradigmaverschuiving gaande is in relatie tot hoe we naar onze rol in het grotere geheel kijken, de mens en natuur relatie. Na het samenstellen van de tentoonstelling A New Order A New Earth in Garage Rotterdam haalde de onhoudbare werkelijkheid ons in met de COVID-19 uitbraak. Een nieuwe en gespleten realiteit: waar de ene persoon hoopvolle scenario’s voor een herstelde natuur-mens balans ziet, zijn er voor de ander juist vooral doemscenario’s. 

Nederland heeft de afgelopen jaren, net als veel andere landen over de hele wereld, een exponentiële toename gezien van acties en protesten tegen klimaatverandering. De opkomst van wereldwijde milieubewegingen zoals Extinction Rebellion (XR) of Fridays for Future, opgericht door Greta Thunberg, zijn perfecte voorbeelden van de wereldwijde schaal van zowel de klimaatcrisis als de onrust die daardoor wordt veroorzaakt.

Als wij onszelf op klimatologisch niveau fundamenteel willen veranderen, zal de relatie tussen mens en natuur opnieuw begrepen en bekeken moeten worden. Het project van Ambassade van de Noordzee laat ons de noodzaak van deze emancipatiebeweging op filosofisch niveau zien. 

Pas na een bewustzijnsverandering kan de mens een andere ‘actor’ worden. De mens is dan niet meer de dominante ‘parasiet’ en kolonisator die ze de afgelopen eeuwen was. Er ontstaat een rol voor de mens die handelt in afstemming met het grotere systeem. Die in balans geeft en neemt, zonder het systeem met haar handelen aan te tasten en te veranderen. Deze nieuwe wereldorde betekent niet dat we de technologische vooruitgang moeten opgeven of de kansen van mensen moeten beperken. Diepe en zinvolle verandering zal uiteindelijk iedereen ten goede komen, ook al gebeurt dat op verschillende manieren.

Wat alternatieve of oeroude inheemse visies voor de mens en haar relatie met natuur zouden kunnen zijn, brengen deze werken en projecten in de tentoonstelling naar voren. Ze maken je deelgenoot van een ander perspectief op de relatie tussen het menselijke en niet-menselijke. Anders kijken, denken èn ook ervaren. Het zijn kleine stappen misschien, maar wie weet zijn ze de voorbode van een quantum leap aan bewustzijnsverschuiving, zoals ook het geval was in het ‘cogito, ergo sum’ van Descartes. 

Descartiaans wereldbeeld

Het menselijk handelen met betrekking tot de relatie met natuur, het uitputten van grondstoffen, kunstmatige meststoffen en trek de keten maar door, is terug te voeren op het gedateerde Westerse mensbeeld. Een mensbeeld dat is gefundeerd op de descartiaanse scheiding tussen ratio en natuur. Het betreft een beeld van de mens waarin we ons als afgescheiden van – en daaruit voortvloeiend superieur aan – de natuur zien. Sinds de tijd van Descartes, vanaf de zeventiende eeuw, benaderen we de natuur als een in wetenschappelijke oorzaak-en-gevolg-modellen te (be)grijpen systeem, waarin de mens als toeschouwer en op afstand een objectief beeld zou kunnen vormen. Het bracht ons weliswaar tot formules die we in dienst van onze vooruitgang hebben ingezet zoals Newton’s wet van de Zwaartekracht en de E = MC² relativiteitstheorie van Einstein, waarin de toeschouwer overigens wel als relationeel werd beschouwd. 

Ook in de vorige eeuw volgden er nog baanbrekende modellen uit de thermodynamica en quantummechanica waardoor we ‘de natuurlijke samenhang’ nog beter denken te begrijpen. Echter, deze visies stellen de natuur steevast als iets wat buiten ons is. Zonder dat we er altijd bewust van zijn dragen we als Westers mens voortdurend deze wetenschappelijke en rationele bril. Het is zo eigen aan ons zelfbeeld om rationeel te zijn, dat we het filter waardoor we naar de wereld kijken niet meer zien. De natuur als los van de mens, klaar om gedomineerd, gedefinieerd en gegrepen te worden. Het moge duidelijk zijn dat dit in het westen het dominante wetenschappelijke wereldbeeld is. Maar er zijn uiteraard ook andere visies. 

Een quantum leap van mens naar cyborg?

Als de veronderstelde enige rationele soort hebben we de natuur in dienst van onze belangen en verlangens ingezet. De vooruitgang stuwde ons van lokaal naar globaal: van de scheepvaart tot aan het stichten van kolonies, van stoomtrein tot diesel en elektrisch aangedreven machines, van het opschalen van niet-menselijke productie en handel tot aan Artificial Intelligence. Een ‘ontwikkeling’ waarin een volgende quantum leap de synthese tussen mens en machine zou kunnen zijn. Denk hierbij aan het jaren ‘90 manifest van Donna Haraway: de Cyborg. 

Onze huidige samenleving schijnt een directe resultante van deze immer groeiende wetenschappelijke vooruitgang te zijn. Een die zich in constante innovatie van producten en globale handelsketens vertaalt. Wij mensen zijn daarin onmisbare schakels geworden van zowel de productie- als de consumptieketen. In dit systeem dragen alle – industriële – sectoren bij aan het opgebruiken van de planeet: voedselproductie, mode, transport, energie, telecommunicatie, enzovoort. Steeds weer spreken we van een vooruitgang voor de soort. Maar, zonder een wederkerige zorg voor de bronnen waarop wij teren is dit een waarachtige en onwaardige achteruitgang voor de planeet. De gevolgen van dit door menselijk vooruitgangsdenken en handelsgedreven instinct, worden steeds meer zichtbaar. Zowel voor het planeetsysteem, maar zeker ook voor ons als verweven onderdeel daarmee. Een omslag in dit ‘mens-tegenover-natuur’ paradigma blijkt een uiterst traag proces. 

Antropoceen 

Klimaatverandering is inmiddels de dagelijkse realiteit. Een verandering die zienderogen gaande is, mede als gevolg van het menselijk handelen, waardoor dit tijdsgewricht tot Antropoceen is bestempeld. Behalve een blik in de richting van mogelijke oplossingen, stelt RE_NATURE  voor om het onderliggende mensbeeld te onderzoeken dat ten grondslag ligt aan de huidige samenleving en diens klimaatgevolgen. Een visie die de mens als separaat van en superieur aan natuur beschouwt en tevens als de enige rationele soort. Deze ‘mens-tegenover-natuur’ visie is echter niet universeel en niet overal op aarde terug te vinden. We zien het met name in de westers georiënteerde landen terug en ze is duidelijk terug te voeren op de westerse filosofie en historische ontwikkeling. 

Na eeuwen van kolonisatie en het daarop gestoelde globaal kapitalistische systeem is dit gedachtegoed inmiddels ver verspreid. Hierin zijn we geboren, opgevoed en daarvan grotendeels doordrongen, zodanig dat we bijna niet meer buiten ons westers denkkader om kunnen denken. Maar zijn er ook alternatieve zienswijzen naast dit westerse paradigma? 

Het Christelijke mens-centrisme en het Westers rationele wereldbeeld

Vóór de opkomst van de Joods-Christelijke waarden waren geloofssystemen met meerdere natuurgerelateerde goden het wijdst verspreid. In hen werd de natuur als heilig beschouwd en de mens niet op een voetstuk binnen het bestaande geplaatst. Met het groeien van monotheïstische religies, werd de mens steeds meer als unieke soort en buiten de natuur gepositioneerd. Het Oude Testament leert dat de mens naar Gods evenbeeld is gemaakt, als zijn belangrijkste creatie. Het Bijbelse verhaal – althans zoals we het al eeuwen lezen – neemt een mens-centrisch perspectief, met de mens als centrum van het universum. 

Westerse wetenschap en filosofie extraheerde vervolgens een aantal kernbegrippen als piket palen waarop wij onze beschaving vervolgens verder vorm gaven. Een essentiële bijdrage werd geleverd door René Descartes’ ‘cogito, ergo sum’ (ik denk, dus ik besta). De rationele mens – de enige rationele soort – werd met dit argument nog meer los gezien van alles wat natuur en niet-rationeel is. Van daaruit werd het mogelijk vervolgens dieren en natuur als iets te zien wat ‘te domineren en te exploiteren’ valt.

Verlichtingsdenken 

Het Verlichtingsdenken in de achttiende eeuw neemt Descartes’ propositie naar een volgende fase. De naam zegt het al, Verlichting was een beweging in gang gezet om het obscure en dogmatische uit de nevels te halen en te verlichten met de geest. Om niet-waarheid van waarheid te onderscheiden, waarbij de ratio of rede als belangrijke pijlers en instrumenten om daartoe te komen werden gezien. De Verlichting heeft ongelooflijk veel emancipaties in beweging gezet, waaronder het hekelen van machtsmisbruik van religieuze en politieke systemen als kerk en politiek. 

Dit geloof dat stelt dat enkel ‘de rede’ ons tot waarheid kan brengen, werd gevolgd door de stelling dat we enkel op ‘empirie’ kunnen vertrouwen. Empirisch denken veronderstelt dat alles aanwijsbaar en aantoonbaar dient te zijn. Vanuit een wetmatig en oorzaak-gevolgdenken.  

Vanuit diverse wetenschapsvelden bekeken is het nuttig om aan wetmatigheden en modellen vast te houden, om anomalieën (dat wat binnen het systeem niet bewezen kan worden) buiten beschouwing te laten. Echter, dit vasthouden aan wetmatigheden en vooral empirie als basis voor ons begrijpen van de wereld is duidelijk geen inclusief model. Het gaf hermetisch aan wat geaccepteerd werd en ook veroordeelde (verketterde en vermoordde) het denksystemen die op een andere leest geschoeid waren. Dat betrof zowel wijsgerige tradities alsook natuur ‘kundes’ die daardoor tot ‘hekserij’ en ketterij werden bestempeld.

Zo bekeken, kun je het Verlichtings- en vooruitgangsdenken als de pijlers van onze huidige – westerse – samenleving beschouwen. Daarop bouwden we een politiek en ethisch systeem van afspraken met een empirisch georiënteerde wereldvisie. Het moge duidelijk zijn dat de scheiding tussen natuur en mens niet overal op aarde de dominante visie is. Talloze inheemse en Oosterse filosofieën en geloofssystemen benadrukken dat er niet zoiets bestaat als een onafhankelijke zelf. Ze beschrijven de mens als onderdeel van zowel een groter bewustzijn als een fysiek grotere samenhang. Deze visie is inclusief voor mens en niet-mensen. Ook dieren en natuur worden als verwant beschouwd. 

Ecofeminisme  

Het is interessant dat het recente ecofeminisme de overeenkomsten tussen de onderdrukking van natuur en onderdrukking van vrouwen heeft aangepakt. Het ecofeminisme suggereert dat ‘rationeel’ zijn slechts een excuus is voor dominantie: van vrouwen (als minder rationeel beschouwd); van niet-westerse beschavingen (ook beschouwd als minder rationeel); en natuurlijk van de natuur (die helemaal niet als rationeel wordt beschouwd). Het ecofeminisme brengt een geleidelijke emancipatoire beweging op gang waarin meer ruimte en zichtbaarheid ontstaat voor niet-rationele systemen. Daarnaast, of misschien beter gezegd, daartegenover, gaat de menselijke race om innovatie en efficiëntie voort. Dit resulteert in technologische ontwikkelingen waarbij we ons kunnen afvragen of dit ooit samen kan komen met een visie waarin we de mens ervaren als gelijkwaardig en onderdeel van de natuur? Ook in het Westen? En dat zonder het verlies van een gevoel van vooruitgang. 

Gaia en Novaceen

Futurologen als James Lovelock geven een dystopisch vergezicht als we deze ontwikkelingen zouden doortrekken. Over het algemeen gezien wordt er een toekomstbeeld geschetst waarin we pijnlijk worden ingehaald door onze eigen ontwikkelingen. Lovelock ontving echter voornamelijk faam als bedenker van de Gaia-hypothese. In het boek Gaia stelt Lovelock de wereld voor als een gigantisch en levend systeem. Een beschrijving die overigens nauw aansluit bij de visie van talloze inheemse -natuur – volken. Op 100-jarige leeftijd schreef Lovelock de opvolger van Gaia, het boek: Novaceen (2019). Hierin schetst hij welke toekomstige wereld ons mogelijk te wachten staat. Deze is dystopisch voor zowel aarde als mens. In Novaceen blijven we geloven dat we superieur zijn aan andere soorten, we blijven grondstoffen uitputten en technologie ontwikkelen met enkel zelfzuchtige doelen in gedachten. Het gevolg is dan ook een wereld waarin de kunstmatige intelligentie, de AI die we ontwikkelen – cyborgs die 10.000 keer sneller kunnen denken dan mensen – ons uiteindelijk behandelt zoals wij nu dieren en planten behandelen; simpelweg omdat wij dit als basisprincipe aan technologie hebben meegegeven. We worden dus in zekere zin beetgenomen door ons eigen mens- en wereldbeeld; een zoete wraak van deze pientere schrijver. Lovelock trekt in zijn boek de lijn van het westers-wetenschappelijke wereldbeeld door, en legt een geavanceerde dystopie in het verlengde hiervan.